Joël is de derde generatie in het bedrijf, ”Als kleine jongen was ik gefascineerd door edelstenen, antieke wapens en munten. Ik ging mee naar antiekveilingen en internationale inkoopbeurzen voor edelstenen. De passie voor het vak ontstond op jonge leeftijd en het fundament was gelegd. ”Na de juweliersopleiding aan de Vakschool Schoonhoven, volgde ik een verdieping tot edelsteendeskundige. Ik kan edelstenen determineren, eventuele behandelingen vaststellen en analyseren of het een synthetische geproduceerde steen betreft. Daarna heb ik mij in Antwerpen gespecialiseerd in diamanten.” Na het behalen van zijn titel Diamantexpert, aan de Hoge Raad Diamant, heeft hij het examen voor register taxateur & schade-expert afgerond. Lees hieronder meer over het fantastische edelsteen de Diamant.
Diamanten bestaan er in veel verschillende soorten, kleuren, maten en slijpvormen en op de Diamantbeurs in Antwerpen vind je ze allemaal. Het is dan ook niet gek dat onze diamantexpert daar regelmatig te vinden is, op zoek naar de mooiste diamanten die passen bij de wensen van onze klanten. Want de meest voorkomende slijpvormen hebben wij op voorraad, maar ook als u een bijzondere wens heeft, helpen wij u graag verder.
Wellicht overweegt u de aanschaf van een sieraad met diamant, of misschien bent u gewoon geïnteresseerd in de achtergrond en de vele facetten van het hardste en vurigste mineraal ter wereld. Diamant is door geen enkel ander materiaal te beschadigen en is dus onverslijtbaar en onvergankelijk. Deze eigenschappen geven diamant ook zijn blijvende waarde.
Diamant wordt wel de ‘koning den edelstenen’ genoemd. Toch is deze edelsteen heen eenvoudig van samenstelling. Diamant bestaat uit zuivere koolstof, die gekristalliseerd is ten gevolge van eer hoge druk en hoge temperatuur. Dergelijke omstandigheden vinden we op een diepte van 150 tot 200 km onder het aardoppervlak. Daar precies ontstaat diamant. Diamant heeft lang geleden zijn weg naar het aardoppervlak gevonden door vulkanische uitbarstingen. De afgekoelde en gestolde door vulkanische uitbarstingen. De afgekoelde en gestolde lava die diamant bevat noemen we ‘kimberliet’. Tegenwoordig vinden we niet alleen diamant in kimberliet, maar ook in revierbeddingen, en zelfs in zandafzettingen langs de zeekust. Hier zijn diamanten in de loop van lange tijd naar toe vervoerd, door afbraak van de kimberliet onder invloed van weer en wind.
Ruim 2800 jaar geleden werd diamant voor het eerst in India gedolven. Pas aan het eind van de 19e eeuw begon vondsten in Zuid-Afrika de moderne diamantindustrie. De eerste grote diamantmijn in dit land, de Kimberley-mijn, ontstond op de plek waar een jongen een ruwe diamant vond van 21,25 karaat. De vondst van deze steen, de Eureka, werd door deskundigen in eerste instantie niet serieus genomen. Twee jaar later ontdekte een herder op ongeveer dezelfde plaats een diamant van 83,5 karaat. Dat gaf de doorslag en de Kimberley-mijn werd een van de beroemdste mijnen ooit.
Hoewel de diamant productie in de afgelopen jaren is toegenomen, is er naar schatting in de loop van de geschiedenis in totaal slechts 500 ton diamant gewonnen. Van alle diamanten die nu gevonden worden, is ongeveer 15 tot 20 procent geschikt om in een sieraad te verwerken. Het delven van diamant is ondanks alle moderne technieken nog altijd zeer gecompliceerd. Er moet gemiddeld iets meer dan 6 ton ruw gesteente verwerkt worden om 1 gram ruwe diamant te winnen. Dit geeft aan waarom diamant zo zeldzaam en kostbaar is. Tegenwoordig verzorgt de top-vijf van diamant producerende landen in volume 90 procent van de wereldproductie van ruwe diamant. In waarde neemt Zuid-Afrika 16 procent van de totale productie voor zijn rekening. De belangrijkste producerende landen zijn: Australië, Rusland, Botswana, Namibië, Zuid-Afrika, Angola, Democratische Republiek Congo en Canada.
Diamant werd in de 15e eeuw uitsluitend gedragen door koningen en andere machtshebbers. Dit stond symbool voor macht, moed en onoverwinnelijkheid. Vandaag de dag is diamant het ultieme symbool van romantiek. Gevormd in het diepst van de aarde heeft deze edelsteen een mystieke aura die ongeevenaard is. Deze mystiek leidde ertoe dat diamant vanaf het allereerste begin is geassocieerd met liefdesverhalen en -legenden. Zo werd er verteld dat de pijlenvan Cuido diamanten punten hadden. De grieken geloofden dat het vuur in een diamant de weerspiegeling van de eeuwig brandende vlam der liefde was. in de Middeleeuwen was het geloof wijd verbreid dat diamanten een magnetische aantrekkingskracht hadden. Men dacht dat echtgenoten door het dragen van een ring met diamant naar elkaar toegetrokken werden.
Diamant is een verbastering van het Griekse woord adamas, wat ‘de onbedwingbare’ betekent en komt voort uit de exceptionele hardheid van de edelsteen. Deze bijzondere eigenschap, de beperkte beschikbaarheid en de extreme schoonheid hebben eraan bijgedragen dat het een van de meest begeerde en waardevolste edelsteen is geworden.
Het bepalen van de exacte waarde blijkt echter een uitdaging, omdat niet twee stenen identiek zijn. Daarnaast is het de vraag hoe je subjectieve begrippen zoals kwaliteit en schoonheid standaardiseert. Pas in de 20e eeuw werd een systeem voor kwaliteitsbepaling met objectieve regels opgesteld. Deze regels worden de 4 C’s genoemd.
De waarde van een diamant wordt bepaald door een combinatie van 4 verschillende kwaliteitsnormen, die de 4 C’s genoemd worden.
Carat – karaat
Het gewicht van de diamant wordt uitgedrukt in ‘karaat’. Hierbij is 1 karaat precies 0,2 gram. Dus hoe hoger de karaat, hoe hoger het gewicht en hoe groter de steen is. De karaat van een diamant of ‘karaatgewicht’ is overigens iets heel anders dan de zuiverheidskaraat van edelmetalen zoals goud. Het zuiverheidskaraat van edelmetalen heeft betrekking op het gehalte fijn goud. Zo betekent 14 karaat dat dit gehalte 58,8% is en 18 karaat dat het gehalte fijn goud 75% is.
Clarity – zuiverheid
De zuiverheid van een diamant wordt bepaald door inwendige en uitwendige kenmerken. De hoogste zuiverheid die een diamant kan hebben, is ‘loepzuiver’. Dit betekent dat bij onderzoek met 10x vergroting geen enkel insluitsel kan worden gevonden en dat de diamant volledig doorzichtig is
Inwendige kenmerken
Diamanten ontstaan onder hoge temperaturen en enorme druk diep in onze aardkorst. Er ontstaat een gekristalliseerde vorm van koolstof, oftewel: een diamant. De meeste voorkomende vormen van insluitsels zijn inwendige scheurtjes, niet-uitgekristalliseerde koolstof of ingesloten stikstof.
Uitwendige kenmerken
Uitwendige kenmerken ontstaat tijdens het bewerkingsproces door teveel (‘Baard’) of juist onvoldoende (‘Nijf’) slijpen van een diamant.
Na onderzoek wordt de zuiverheid aangegeven met een categorie:
Zuiverheid | Benaming | Zichtbaarheid |
LC | Loupe-clean | Geen enkel kenmerk is zichtbaar met de loep |
VVS1 en VVS2 | Very very small internal characteristics | De kenmerken zijn erg moeilijk tot moeilijk te vinden met de loep |
VS1 en VS2 | Very small internal characteristics | De kenmerken zijn vrij gemakkelijk te vinden met de loep |
SI1 en SI2 | Small internal characteristics | De kenmerken zijn gemakkelijk tot erg gemakkelijk te vinden met de loep |
P1 | Pique 1 | De kenmerken zijn moeilijk te vinden met het blote oog door de bovenkant van de diamant |
P2 | Pique 2 | De kenmerken zijn makkelijk te vinden met het blote oog en hebben weinig invloed op de schittering van de diamant |
P3 | Pique 3 | De kenmerken zijn erg gemakkelijk te vinden met het blote oog en hebben invloed op de schittering van de diamant |
Colour – kleur
De kleur van een diamant wijst op de aanwezigheid van een zichtbare kleur in de diamant. Goede kwaliteit diamanten zijn over het algemeen kleurloos of licht geelachtig, maar diamanten zijn in vrijwel alle kleuren beschikbaar. Kleuren die men weinig tegenkomt bij diamanten zijn blauw, rood of roze.
Voor het ongetrainde oog lijken bijna alle diamanten kleurloos, maar slechts een klein deel van de diamanten is dat ook daadwerkelijk. Juist die volledige kleurloosheid maakt dat een diamant na het slijpen een volledige prisma werking heeft.
Hoewel het merendeel kleurloos lijkt, hebben ze vaak een gele of bruine tint. De mooiste diamant is kleurloos, want alleen een kleurloze diamant heeft een volmaakte prismawerking. Echt uitzonderlijk zijn diamanten met een natuurlijke, heldere gele, oranje, groene, blauwe, roze of rode kleur. Deze zeldzame edelstenen worden ‘fancy colour’ genoemd en zijn bijzonder veel waard.
Cut – slijpvorm
De slijpvorm of slijpsel bepaald in grote maten de schittering van de diamant. Voor de slijpvorm zijn drie onderdelen van belang: verhouding (proportions), symmetrie (symmetry) en afwerking (polish).
Het slijpsel is het enige waar de mens invloed op heeft bij de 4 c’s. een diamant kan er soms op het eerste oog uit zien als een normale kiezelsteen. Een diamant verliest tijdens het slijpproces gemiddeld zo’n 50 procent van zijn oorspronkelijke gewicht. Een diamant ontleed zijn schittering aan de breking van wit licht in alle kleuren van de regenboog. De slijper heeft daarom de taak alle facetten zodanig aan te brengen dat de schittering te zien is.
Naar aanleiding van deze 4 c’s kan de waarden worden bepaald. Deze is namelijk afhankelijk van gewicht, zuiverheid, kleur en slijpsel. De waardenverschillen kunnen heel groot zijn, met name bij wat grotere stenen en bij de van origine fancy colour stenen. Deze waarden is meestal alleen in een laboratorium vast te stellen, daarom worden dergelijke diamanten vaak met een expertiserapport van een edelsteenkundige laboratorium verkocht.
Briljant: De meest bekende slijpvorm van een diamant is briljant. Deze is zelfs zo bekend dat men de naam van de slijpvorm verward met de naam van het soort edelsteen. Na het slijpen tot een briljant heeft de diamant 57 facetten, die zorgen voor de lichtreflectie en daardoor de schittering.
Hearts & Arrows: Deze slijpvorm zult u zelden tegengekomen, omdat niet elke diamant geschikt is en het bereiken van het correcte visuele effect enorm vakmanschap vereist.
De meest belangrijke eigenschap van de diamant zelf is symmetrie. Om het juiste visuele effect te bereiken, moet ook het slijpen perfect gebeuren.
Wanneer de steen is geslepen zal door de hoge graad van schittering en het bijbehorende effect lijkt de ring te gloeien.
Als u een diamant met de Hearts & Arrow slijpvorm van boven bekijkt, dan zult u acht pijl- of puntvormen zien. Wanneer u de diamant van onder bekijkt, ziet u acht hartjes.
Door te strikte voorwaarden en door het hoge vaardigheidsniveau waar de diamantslijper aan moet voldoen, is deze slijpvorm beperkt in productie en daardoor zeldzaam.
Een Hearts & Arrows-diamant leveren wij daarom ook altijd met een echtheidscertificaat van de Hoge Raad Diamant in Antwerpen.
Fire Cut: Dit is een relatief nieuwe slijpwijze en een opvolger van de bekende briljant slijpvorm. Door de ontwikkeling van verbeterde slijptechnieken en nieuwe berekeningen is nu de perfecte verhouding gevonden. Door de 74 facetten heeft de diamant 20% meer glans en laat hij veel meer kleuren zien.
Octaëder
De oorsprong van het diamantenslijpproces is te herleiden naar de late Middeleeuwen. Voor die tijd werden diamanten gebruikt en bewonderd in hun natuurlijke vorm, de octaëdervorm. De eerste ‘verbetering’ van een ruwe diamant was vrij simpel: het vlak slijpen van de oneven kristalfacetten. Wat betekent dat de steen zijn natuurlijke vorm behield en alleen wat werd bijgeslepen. Dit proces werd ook ‘puntslijpsel’ genoemd en dateert vanuit halverwege de 14e eeuw.
Tafelslijpsel
Tijdens de 15e eeuw werd het puntslijpsel verbeterd door een deel van de octaëder af te slijpen, waardoor het zogenoemde ‘tafelslijpsel’ ontstond. Het kollet (punt aan onderzijde) werd ook een belangrijk onderdeel vanwege de potentiele lichtreflectie. Door vier hoekfacetten toe te voegen aan het tafelslijpsel ontstond het oude ‘achtkantslijpsel’.
Geen van deze oude slijpvormen zou de schittering of vuur hebben van de hedendaagse diamant slijpvormen. In die tijd was diamant enkel waardevol door zijn unieke glans en hardheid. Een diamant met tafelslijpsel heeft een zwart uitzicht, zo werden diamanten dan ook vaak afgebeeld op schilderijen uit die periode. Om deze redenen, waren edelstenen zoals robijn en saffier veel populairder.
Briljantslijpsel
Rond 1476 introduceerde Lodewyk van Berquem, een diamantslijper uit Brugge, een absolute symmetrie in de positie van de facetten. Hij creëerde slijpvormen zoals pendeloque en briolette. Deze slijpsels zijn peervormig met driehoekige facetten aan weerskanten. In de eerste helft van de 16e eeuw werd het roosslijpsel of rosette geïntroduceerd, dit bestond ook uit symmetrisch geplaatste driehoekige facetten, maar had een platte onderkant.
De eerste briljantslijpvormen werden halfweg de 17e eeuw toegepast en werd ook wel Mazarins genaamd. Mazarins hadden 17 facetten aan de kroonzijde (bovenkant) en Vincent Peruzzi, een Venetiaanse diamantslijper, voegde daar later nog 16 facetten aan toe. Dit versterkte de schittering en het vuur van een geslepen diamant enorm. Omdat men toenertijd de techniek van het snijden van ronde stenen nog niet beheerste, waren de eerste briljanten allemaal afgeronde vierkanten of rechthoeken.
Tijdens het begin van de 18e eeuw werd het kussenslijpsel ontwikkeld (ook wel het oude mijnslijpsel genoemd). Een tijd later voerde men het oud Europees slijpsel in. Dit slijpsel had een ondieper paviljoen, een andere facetordening en een ietwat rondere vorm. Het oud Europees slijpsel was de meest geavanceerde slijpvorm tijdens de 19e eeuw en is de voorganger van de moderne briljantvorm.
Door nieuwe ontwikkelingen in het gereedschap voor diamantbewerking tijdens de 19e eeuw, ontstonden langzaam de diamantslijpvormen zoals wij die nu kennen.
De belangrijkste voorganger was de ronde briljant. In 1919 ontwikkelde Marcel Tolowksy deze vorm door geometrische berekeningen en hierdoor namen zowel de schittering (hoeveelheid gereflecteerd wit licht) als de dispersie (vuur- of regenboog kleuren) toe, en zo ontwierp hij een ideale slijpvorm.
Tolkowsky’s berekeningen diende als basis voor alle toekomstige wijzigingen en aanpassingen van briljantslijpsels. Tegenwoordig zijn de berekeningen voor de diamantslijpvormen veel complexer maar beter gecontroleerd dan in Tolkowsky’s tijd. Tegenwoordig wordt gebruikgemaakt van speciaal ontwikkelde computermodellen om het ideale evenwicht tussen schittering en vuur te vinden. Zo probeert men nieuwe diamantslijpvormen te ontwikkelen en creëren.
Doordat wij onze diamanten inkopen op de Diamantbeurs in Antwerpen kunnen wij niet alleen een eerlijke prijs bieden, maar weten wij ook zeker dat het conflictvrije diamanten zijn.
U ontvangt bij een diamant een officieel Diamantcertificaat, dat niet alleen de eigenschappen en kwaliteit van de diamant beschrijft, maar ook waarborgt dat het daadwerkelijk een conflictvrije diamant is. Wilt u meer weten over maatschappelijk verantwoorde sieraden, dan kunt u hier verder lezen.
Diamanten worden in verschillende vormen geslepen. Briljant is de verkorte benaming voor briljant geslepen diamant, oftewel een ronde steen met een platte bovenkant die onderaan in een punt uitloopt.
Door deze vorm en het grote aantal facetten (de platgeslepen vlakken) krijg je een optimale licht breking en weerkaatsing van het licht, zodat je briljant écht fonkelt.
Slijpvormen
Behalve de briljant zijn er nog meer slijpvormen. De meest populaire zijn de princess (vierkant), druppel, de ovaal, de emeraude (langwerpig) en hartvormige diamant.
Marquise slijpsel
Dit is een slijpvorm die is afgeleid van de briljantvorm en die er puntig ovaal uitziet. Dit wordt ook wel navette-slijpsel genoemd.
Pendeloque slijpsel
Dit slijpsel, dat eveneens is afgeleid van de briljantvorm, heeft een druppel- of traanvorm. Aquamarijn wordt vaak zo geslepen.
Trapslijpsel
Hoewel gekleurde mineralen ook wel in de briljantvorm worden geslepen, is het toch meer de gewoonte ze zodanig te slijpen, dat de kleur het beste uitkomt. Het trapslijpsel is hiervoor heel geschikt. De afmetingen van dit slijpsel zijn voor elk mineraal weer anders; wel wordt geprobeerd de steen zo groot mogelijk te houden, De kunst is om het mineraal dat niet egaal van kleur is, door het slijpen één kleur te geven. Het trapslijpsel kenmerkt zich doordat de facetten zowel boven als onder de rondist evenwijdig lopen (latvormige facetten). Smaragd wordt vrijwel altijd in deze vorm geslepen. Vandaar dat men ook wel spreekt van het smaragd-slijpsel (of afkomstig uit het frans; emeraude-slijpsel). De hoeken zijn eraf, wat voor smaragd ideaal is aangezien het vrij bros i. Ook diamant wordt wel in deze vorm geslepen.
Baguette slijpsel
Dit is een variant op het trapslijpsel, die geen afgeknotte hoeken heeft, maat helemaal rechthoekig is. Diamant- baguettes worden wel senalen genoemd.
Gemengd slijpsel
Dit is een zeer algemeen slijpsel, waarbij de bovenkant in de briljantvorm is geslepen en de onderkant in de trapvorm. Is de totale vorm ovaal of vierkant met afgeronde hoeken, dan spreekt men van ovaal-gemengd respectievelijk kussenvormig gemengd. Deze vorm zien komt veel voor bij robijn en saffier. Is de onderkant geen trapvorm, dan spreken we van gemengd-fantasie.
Schaar slijpsel
Dit is een variatie op de trapvorm, waarbij de facetten elkaar kruisen. Deze vorm wordt vaak gebruikt bij synthetische spinel. In de praktijk is het voldoende om een smaragd/schaar en een baguette/schaar slijpsel te onderscheiden.
Roos slijpsel
De meest bekende zijn:
Almandien- granaat wordt vaak in een roosvorm geslepen, waarbij soms de onderkant hol cabochon is uitgeslepen om zo het donkere materiaal nog enige kleur te geven; dergelijke stenen worden wel ‘krabonkels’ genoemd.
Cabochon slijpsel
Oorspronkelijk werden alle stenen- behalve diamant- cabochon geslepen. De bovenkant is bol en de onderkant vlak of licht gebogen, meestal ongeploijst gelaten. De gebogen vormen kunnen meer of minder steil zijn, dit hangt af van de manier waarop het lichteffect het beste uitkomt. Het zetten van cabochon geslepen stenen is eenvoudiger dan gefaceteerde stenen.
https://www.youtube.com/watch?v=iM9ceIdTH28&feature=emb_logo
Symmetrie & proporties
Om de vermelding Hearts & Arrows te krijgen moet de diamant aan strikte voorwaarden voldoen. Eerst en vooral moet de symmetrie van de diamant perfect zijn, want het kleinste verschil kan het effect verstoren. Daarenboven moeten de propotries en beide hoeken tussen zeer precieze limieten vallen, zie onderstaande tabel:
Tafelbreedte 54% – 58%
Kroonhoogte 14% – 16%
Dikte rondist 2,5% – 3%
Paviljoenhoogte 43%
Hoek kroon 34° – 35°
Hoek paviljoenen 40.8° – 41.1°
Fire cut diamanten zijn zeer precies geslepen met 74 facetten. Gebaseerd op het traditionele briljant slijpsel (met 57 facetten). De Fire cut diamanten hebben door de huidige betere berekeningen en betere slijptechnieken de perfecte verhoudingen. En hebben hierdoor 20% meer glans en laten daardoor ook veel meer kleuren zien. De bekende slijpvorm die wij kennen als briljant is hierdoor verouderd. Het leuke is dat de prijs van deze steen niet hoger ligt dan de briljant geslepen diamanten. U kunt dus kiezen voor het oude, vertrouwde briljantslijpsel of u laten verrassen door de sprankeling van een compleet nieuwe slijpvorm.
Diamanten spreken tot de verbeelding. Ideaal dus voor een trouwring. De kwaliteit van diamanten kan erg verschillen en iedere diamant wordt door ons beoordeeld op de vier C’s: carat, colour, clarity, cut.
Carat: het gewicht van de diamant wordt in karaat gemeten. Eén karaat staat voor 0,2 gram. 1,00 crt wordt weer onderverdeeld in 100 punten. Een diamant met steengrootte 0,05crt wordt 5 punten genoemd.
Colour: diamanten lijken meestal wit, maar bevatten bij nader onderzoek meestal een kleur. hoe minder kleur een diamant heeft, hoe kostbaarder hij is. Een echt witte diamant is zeldzaam. Er zijn uitzonderingen zoals de bijzondere roze diamanten. Deze hebben een diepe kleur en zijn enorm zeldzaam en kostbaar. Ook in ons assortiment zijn diamanten in de kleur geel, zwart, bruin, blauw, sherry en Cinnamon. Vraag naar de mogelijkheden.
Clarity: diamanten bestaan uit pure koolstof en dat laat soms sporen achter. De grootte en het aantal sporen bepaalt de waarde. Hoe minder van de zogenaamde ‘insluitsels’, hoe beter. Een barst of gles genoemd wordt ook als verontreiniging geteld.
Cut: een ruwe diamant is mooi, maar met de juiste slijpvorm komt hij pas echt tot zijn recht. Licht wordt gereflecteerd in de facetten waardoor de unieke kleurschittering ontstaat. Verder belangrijk bij het slijpsel is de symmetrie, proporties en hoe de steen gepolijst is. Wanneer dit allemaal perfect gebeurd is dan komt op het diamantcertificaat excellent – excellent – excellent te staan. Dit verhoogt de waarde van de steen.